Docenten over 7e editie Nieuw Nederlands

José Voesenek en Simone Linders geven Nederlands in de vmbo-onderbouw op het Curio Prinsentuin Andel in Brabant. Beiden werken ze met de 7e editie van Nieuw Nederlands en delen in dit interview graag hun ervaringen, waaronder over het werken met Thema’s. Eerst stellen we ze kort voor.

Simone geeft les aan klas 2 in kader-gemengde leerweg en José geeft les aan de eerste en tweede klas in vmbo-basis en -kader. ”Wij zetten graag de leerling centraal. Nederlands is een mooi breed vak om dat te doen.”

Het saaie is er echt vanaf met Nieuw Nederlands!

Met Nieuw Nederlands 7e editie kun je zowel modulair en als lineair werken. José en Simone hebben ervoor gekozen om op een niet-lineaire manier door het boek te gaan en merken dat dit prima werkbaar is voor hun vmbo-leerlingen. Het boek biedt hier genoeg houvast voor en het is voor de leerlingen iedere keer een verrassing waar ze mee aan de slag gaan als ze het boek pakken. Dat motiveert de leerlingen. "De ene keer is het Fictie, de andere keer gaan we aan de slag met een product. Het saaie is er echt vanaf met Nieuw Nederlands!"

Elk onderdeel uit de methode heeft een duidelijk begin- en eindpunt, bijvoorbeeld het onderdeel Meer dan lezen. “Daar behandelen we drie lessen lang onbekende woorden en sluiten we af met een toets. Daardoor wordt het voor de leerlingen heel concreet dat we verder gaan met een ander onderdeel.”

Fictie activeert leerlingen om te lezen

Over hun favoriete onderdeel van Nieuw Nederlands zijn ze vrij duidelijk: “Fictie! Het onderdeel activeert leerlingen om te lezen. We zien dat de leesvaardigheid onder leerlingen afneemt en we willen ze meer laten lezen. Nieuw Nederlands helpt daarbij. De methode gebruikt aansprekende boeken om leerlingen te enthousiasmeren. We gaan alle boeken die genoemd worden in Fictie in onze bibliotheek opnemen.”

Werken met Thema's: ontsaaiing van het vak!

Nieuw ten opzichte van de 6e editie is het werken met Thema’s, waarbij de leerlingen aan de slag gaan met verschillende vaardigheden en toewerken naar hun eigen gekozen eindproduct. Hoe bevalt deze docenten dat? “De methode introduceert de Thema’s goed. De lessen zijn zinvol en bereiden de leerlingen goed voor op het maken van een eindproduct. Bij het maken van een vlog behandelt Nieuw Nederlands eerst hoe je een goede introductie maakt. Bij het maken van een webpagina leren we de leerlingen hoe je een betrouwbare bron gebruikt. Ze bouwen naar iets toe. Het is echt ‘ontsaaiing’ van het vak. De onderwerpen zijn leuk om mee te werken en te lezen en leven in onze school.”

De Thema’s waar je een podcast en een vlog maakt, vallen het meest in de smaak. ”De kinderen kijken vlogs en gaan daar graag zelf mee aan de slag te gaan. Bij het maken van de podcasts leren leerlingen echt samenwerken.”

Tip: gebruik de voorbeeldplanner

José en Simone werken met veel plezier met de 7e editie van Nieuw Nederlands. Ze waarderen de structuur en houvast van de methode en zien het werken met Thema’s als een toegevoegde waarde voor het enthousiasmeren van de leerling. Ze geven nog wel een tip voor een volgende editie: “We zouden het fijn vinden als er meer ruimte gereserveerd wordt voor het schrijven van de opdrachten. Zo wordt het meer een leerwerkboek.” Tot slot hebben ze nog een tip voor docenten die ook met deze editie starten: “Gebruik de voorbeeldplanner! Dat is een goede leidraad om te volgen en geeft je de ruimte om te concentreren op de lessen.”