Noordhoff.nl   Voortgezet onderwijs   Wiskunde   Alles over Moderne Wiskunde     Auteur Moderne Wiskunde aan het woord Ine van Breugel

Auteur Moderne Wiskunde aan het woord... Ine van Breugel

Getypte opgaven en illustraties op ruitjespapier

moderne-wiskunde-generic-header-1220-x-560
resource-not-found

In 1983 begon Ine van Breugel als auteur van Moderne Wiskunde bij het toenmalige Wolters Noordhoff. Destijds typte ze haar opgaven op een typemachine en tekende ze afbeeldingen op ruitjespapier. Als ze een hoofdstuk af had, stuurde ze het via de post naar de uitgeverij. “Ik kreeg zelf les uit de tweede editie. Aan veel van de andere edities heb ik meegeschreven.”


Eigenlijk had ze in het kleuteronderwijs willen werken, vertelt Ine van Breugel, maar daar lagen de banen in de vroege jaren ’80 niet voor het oprapen. “Dus toen werd het wiskunde. Ik was er goed in én vond lesgeven leuk.” Ze kreeg een baan op een LTS in Tilburg, waar ze wiskunde gaf aan leerlingen van het A- en B-niveau, het huidige vmbo Basis en Kader. “Tijdens een gebruikersbijeenkomst deelde ik wat klachten over de lesmethode die we daar gebruikten. Een paar weken later kreeg ik telefoon. Of ik wilde meewerken om er een betere methode van te maken...”

Extra context

Zo begon Van Breugels carrière als educatief auteur. “In 1983 moest je typen en als je veel fouten maakte moest je steeds een nieuw vel papier pakken,” vertelt ze. “Illustraties tekende je op ruitjespapier. Die plakte je dan bij de opgaven en het geheel stuurde je via de post naar Noordhoff.” Het is een enorm verschil met de wereld van nu, als je kijkt naar technologie. Maar buiten dat is de werkwijze niet zoveel veranderd, vindt Van Breugel. “De vergaderingen die we toen hadden, hebben we nu ook. Er is nog steeds een conceptgroep, die een voorstel maakt voor een nieuwe editie. Als auteur maak je nog steeds een eerste versie en misschien een tweede, en dan gaat alles naar de eindredactie. Dat is allemaal hetzelfde gebleven.”

Wat wel veranderd is, is de manier waarop wiskunde wordt onderwezen en hoe er over leren wordt gedacht. Als auteur neem je die inzichten mee. “Wiskunde is veel contextrijker geworden,” legt Van Breugel uit. “Als je de boeken van nu bekijkt zie je bijvoorbeeld nauwelijks rijtjes meer en de opdrachten worden verhalender gebracht. Daarnaast noemen we bij elke paragraaf de leerdoelen en aan de start van elk hoofdstuk staat een QR-code, die verwijst naar een filmpje dat laat zien wat het hoofdstuk te bieden heeft.”

Die extra context is belangrijk omdat het de lesstof toegankelijker en beter te behapstukken maakt. “Kinderen die net van de basisschool komen hebben vaak het idee dat ze het niet kunnen. Op deze manier kun je ze sneller een succeservaring bieden en laten zien dat wiskunde leuk is.” Wat ook helpt is dat differentiëren een stuk eenvoudiger is geworden. “Bij Moderne Wiskunde werken we met drie leerlijnen: naast de doorlopende leerlijn is er een ondersteunende en uitdagende route. Een leerling kan per paragraaf van niveau switchen, via de online leeromgeving gaat dat bijna automatisch.”


Iedereen kan wiskunde leren

“Wiskunde blijft wiskunde: de stelling van Pythagoras verandert natuurlijk niet,” zegt Van Breugel. “Het is de aanpak die verandert.” Het zijn juist de didactische inzichten die het auteurswerk zo leuk en uitdagend maken. “Door het schrijven kwam ik in contact met andere auteurs en docenten. Zo ging ik me steeds meer interesseren voor de didactiek achter het lesgeven. Ik ging cursussen volgen en werd lid van de commissie Ontwikkeling Wiskunde-onderwijs. En doordat je zoveel over wiskunde en didactiek leert ga je ook weer beter lesgeven.”

Van Breugel stond uiteindelijk twintig jaar voor de klas en gaf nadien nog jaren bijles aan leerlingen die moeite hadden met het vak. “Ik ben ervan overtuigd dat iedereen wiskunde kan leren. Ik heb al mijn leerlingen, zelfs kinderen met dyscalculie, iets bij kunnen brengen. Het hangt vooral af van hoé je iets aanbiedt. Daarom is didactiek zo belangrijk: Dan weet je hoe je iets moet vertellen en begrijp je dat een kind soms iets anders nodig heeft om de stof wél te snappen.”


Vergroeid met Moderne Wiskunde

In 40 jaar tijd is Van Breugel vergroeid met Moderne Wiskunde. “Als eerste heb ik meegeschreven aan twee edities van ‘Passen en Meten’ (de voorloper van Moderne Wiskunde, red.). Daarna kwam Moderne Wiskunde…” Ze begint hardop te rekenen. “Je doet ongeveer 5 jaar met een editie, dus ik denk dat ik aan 8 edities heb meegewerkt.” Na een korte stilte: “Een groot deel van mijn leven staat in het teken van Moderne Wiskunde.”

De lesmethode bepaalde niet alleen een groot deel van haar carrière, maar kleurde ook haar persoonlijke leven. Ze raakte bevriend met een groot deel van haar medeauteurs. “Veel collega’s kende ik al voordat ze kinderen kregen en nu gaan hun kinderen onderhand zelf trouwen.” Ze lacht hardop. “Ik ga altijd een half uur eerder naar een auteursvergadering, zodat ik met iedereen bij kan praten.”

De band met haar medeauteurs is misschien wel het mooiste aan het auteurswerk, geeft ze aan. Stoppen op korte termijn is dan ook geen optie. “We zitten midden in de 13e editie. Die moet echt eerst af,” zegt ze beslist. “Daarna zien we wel verder.”

Door Bart Breman



Wil je meer weten over Moderne Wiskunde?

Vraag het je accountmanager. We nemen snel contact je op!

Als je nog niet met de nieuwe editie van Moderne Wiskunde werkt, vraag dan een gratis beoordelingspakket aan.